Zo krijg je meer zicht op hoe het bij jullie in elkaar steekt
Elk relatieprobleem heeft een eigen dynamiek, maar er zijn 4 bronnen die vaak tot relatieproblemen kunnen leiden. Door daar meer inzicht in te krijgen, krijgen jullie ook meer zicht op de knoppen waaraan je kunt draaien om jullie relatie te verbeteren.
De 4 oorzaken: PEEP
PEEP zijn de beginletters van deze belangrijke bronnen van problemen:
- Persoonlijke verschillen
- Emotionele gevoeligheden
- Externe stressoren
- Patronen in communicatie
Hieronder volgt een uitleg van elk van bronnen:
- Persoonlijke verschillen
Meestal voelen we ons aangetrokken tot iemand die behoorlijk op onszelf lijkt. Grote verschillen zijn in de beginfase wellicht spannend en aantrekkelijk, maar leiden na een tijdje vooral tot irritaties. Ook als er veel overeenkomsten zijn, zullen er verschillen zijn in stijl, in waarden en voorkeuren en in de manier van communiceren.
Die verschillen vinden we vaak best lastig: we voelen ons het beste bij onze eigen manier van doen en willen (vaak onbewust) dat de ander zich aanpast en ongeveer hetzelfde vindt en wil dan wij. Veel eigenschappen en voorkeuren laten zich echter nauwelijks veranderen: de mate van extraversie versus. introversie, gevoeligheden, gevoel voor humor, energie, een optimistische versus een meer pessimistische kijk op zaken. Van belang is dus dat we in staat zijn een groot deel van de (eigenaardigheden) van de ander te kunnen accepteren. En dat we in staat zijn onze eigen benadering niet als de standaard te zien, of gewoon heel normaal te vinden, maar vooral als verschillend van de partner.
- Emotionele gevoeligheden
We lopen allemaal, de een meer dan de ander, schade op in onze jeugd of daarna. Zo kun je extra gevoelig raken voor alles wat ook maar lijkt op afwijzing omdat je op school gepest werd, of ben je allergisch voor alle vormen van sturing omdat je ouders zoveel druk op je legden. Misschien stond je er al heel vroeg alleen voor en heb je jezelf een patroon aangeleerd waarin je je door niemand iets laat vertellen. Of was je vorige partner opeens verdwenen en ben je geneigd de ander te dicht op de huid te zitten. Dit soort overgevoeligheden leiden vaak tot negatieve emoties en ruzies; de partner voelt zich beklemd of onmachtig. Door meer van jezelf te snappen en daar de ander in mee te nemen, lukt het vaak er samen anders mee om te gaan.
- Externe stressoren
Vrijwel elke relatie krijgt te maken met stress door omstandigheden van buitenaf. De werkloosheid van een partner, een chronische ziekte, een kind dat extra zorg nodig heeft, een conflict in de familie, het overlijden van een geliefde, een slepende juridische zaak, financiële zorgen, een zware rol als mantelzorger voor een van beide partners; het zijn allemaal situaties die de druk op de relatie vergroten. Het kost in het algemeen veel (emotionele) energie om met problemen om te gaan. Vaak zijn beide partners hierdoor erg vermoeid en kunnen ze minder hebben.
Bovendien zorgt de stresserende situatie ervoor dat de verschillen groter kunnen lijken: de een wil financiële problemen oplossen door te bezuinigen, de ander door een lening af te sluiten. Het is gemakkelijk elkaar dan te zien als onverantwoordelijk (door een lening af te sluiten) of juist als iemand die alleen maar zorgelijk is (door een strikt budget te hanteren waarin weinig ruimte is voor uitjes).
- Patronen in communicatie
Het is lastig om op een constructieve manier te praten als onze standpunten over kleine en grote zaken verschillen. Of als de ander dingen doet die we niet fijn vinden. De meesten van ons hebben niet goed geleerd hoe we op een goede manier assertief moeten zijn en tijdig (dat wil zeggen voordat we enorm gefrustreerd zijn) de ander een verzoek te doen. Ook hebben we vaak niet geleerd hoe we compromissen moeten sluiten en naar ons eigen aandeel te kijken. Vaak zijn we geneigd elkaar te beschuldigen. Dat leidt echter zelden tot enthousiasme en een lerende attitude bij de ander.
Als we telkens op dezelfde gedragen, zonder dat de problemen opgelost worden, is er sprake van een patroon. Een veelvoorkomend patroon is aanvallen/terugtrekken. De een uit een verzoek aan de andere partner, bijvoorbeeld om te stofzuigen, die wil echter niet en uit zich een beetje halfslachtig (ik doe het straks wel een keer). De klagende partner uit zich nog iets sterker en de aangevallen partner trekt zich nog iets sterker terug: “Laat me nu eens met rust!”. Door meer zicht op de patronen die ontstaan zijn, kan een gemeenschappelijke herkenning van het patroon komen: “Oh je, we doen het weer”. Hierdoor kom je minder tegenover elkaar te staan, maar kun je samen tegen het patroon strijden.
Tenslotte:
Misschien kun je aan de hand van dit overzicht voor jezelf al wat scherper krijgen hoe het bij jullie (mis)loopt. En welk aandeel je daar zelf in hebt. Het is goed dat met elkaar te bespreken. Kijk of dat je voldoende verder helpt. Als dat lastig blijkt te zijn, en dat is vaak zo omdat je zelf onderdeel bent van de dynamiek, betrek er dan een buitenstaander bij. Natuurlijk kan dat een goede relatietherapeut zijn, maar wellicht hebt je ook wel neutrale, wijze mensen in je omgeving die daarin een nuttige rol kunnen vervullen.
Oefeningen die je uit zou kunnen proberen:
- Stel elkaar de vraag: Voor welk stukje van jou zou je graag meer ruimte willen hebben? (bijvoorbeeld: meer ruimte voor rust in het weekend, om de vakantie meer improviserend in te steken)
De andere partner gaat niet vertellen waarom dat geen goed idee is, maar probeert te formuleren wat daar juist de goede kanten van zijn.
- Welke dingen hebben op jou veel impact gehad in de loop van je leven? (door zaken die je zijn overkomen, zoals gepest worden op school). En welke gevoeligheden heb je mogelijk als gevolg daarvan ontwikkeld? Goed om elkaar eens op te bevragen.
- Welke externe stressoren ervaar je? Wat doet dat met je? Nodig elkaar uit om door te vragen en kom niet te snel met je eigen verhaal.
- Wat zie je jezelf onhandig doen in de communicatie? Komen jullie vaak in eenzelfde patroon terecht, zonder dat problemen opgelost worden?