Heeft jullie hechtingsstijl invloed op jouw relatie nu?

hechting en relatietherapie

Je hebt ‘gewoon’ de bevestiging van de ander nodig dat jij de belangrijkste bent voor hem/haar.  Maar dan blijkt dat wat jij ‘gewoon’ vindt , zoals: regelmatig een appje overdag, een belletje als het wat later wordt, geen contact met exen en niet alleen uitgaan, door de ander als benauwend ervaren wordt. Dat verschil zou zomaar met een verschil aan hechtingsstijl te maken kunnen hebben.

Vaak gaan partners elkaar overtuigen van wat zij gewoon/normaal vinden. Helaas leidt dat vooral tot veel frustratie en zelden tot succes. Misschien schikt een van beide partners zich, maar niet uit overtuiging. Met meer kennis van jullie hechtingsstijlen kun je op een meer constructieve manier met elkaar in gesprek gaan.

Wat is hechting?

Met hechting wordt de band tussen een kind en zijn ouders of verzorgers bedoeld.

Een gezonde, veilige hechting is heel belangrijk voor een kind. Vanuit die basis groeit hij op. De hechting heeft invloed op de emotionele, sociale, cognitieve en lichamelijke ontwikkeling. Een kind dat goed gehecht is, krijgt vertrouwen in zichzelf en anderen. Daardoor kan hij op een gezonde manier zelfstandig worden en omgaan met emoties en stress.

Veilig gehecht

Voor een veilig gehecht kind voelen de ouders als zijn veilige haven. Er is een goede balans tussen hechtingsgedrag (nabijheid van de ouders zoeken) en exploratiegedrag (zelf op onderzoek uitgaan). Ouders zijn toegankelijk en betrouwbaar. Als je veilig gehecht bent beschik je meestal over vertrouwen in jezelf en anderen. Je bent in staat om:

  • je emoties te reguleren
  • je in te leven in anderen
  • een gevoel van eigenwaarde te creëren
  • steun te vragen en te geven

Onveilig gehecht

Ongeveer 30 tot 40 % van de kinderen is niet veilig gehecht. Ouders die worstelen met hun eigen leven, minder empathisch zijn, gebukt gaan onder armoede/werkloosheid, alcoholisme, depressie of angsten, zijn vaak minder goed in staat die veilige thuishaven te bieden. Een onveilige hechting kan zich bij kinderen op veel verschillende manieren uiten. Zoals gedragsproblemen, een laag zelfbeeld, moeite om anderen te vertrouwen, verlatingsangst of het gevoel dat ze er alleen voor staan.

Het kind ontwikkelt gedrag om zich te beschermen tegen de angst en pijn. Gedrag dat als kind in de relatie met de ouder(s) effectief was, wordt normaal. In volwassen relaties blijkt dat gedrag vaak tot problemen te leiden.

Er zijn twee varianten van onveilige hechtingsstijlen:

  1. Angstig gehecht
    Vaak zijn dit kinderen met onvoorspelbare, onberekenbare ouders. Of erg overbezorgde ouders. De ouders gedragen zich vooral naar hun eigen behoeften, in plaats van te kijken wat het kind nodig heeft. Deze kinderen missen zelfvertrouwen, zijn passief en aanhankelijk.

Het kind leert dat het risicovol is om er alleen voor te staan en dat je ook niet zomaar erop kunt vertrouwen dat de ander er wel weer voor je zal zijn. Het ontwikkelt gedrag om de angst zo klein mogelijk te houden. Deze stijl heeft in volwassen relaties vaak tot gevolg dat er veel bevestiging nodig is. Het alarm voor verlating staat scherp afgesteld. Als de partner even niet vriendelijk kijkt, niet snel genoeg reageert, ruimte wil voor eigen behoeftes (zonder de partner), kan de paniek toeslaan.

Herkenbaar voor jou?

Wie angstig gehecht is vindt het moeilijker om op zichzelf te vertrouwen. Je zal waarschijnlijk sneller angst en stress ervaren en van daaruit hulp en steun zoeken bij anderen en de neiging hebben om je aan anderen vast te klampen.

Bij angstig gehecht

  • voel je snel angst en stress.
  • is het moeilijk om op je eigen emoties tot rust te krijgen.
  • zijn anderen nodig om weer rustig te worden.
  • zoek je contact met die ander en wil je dicht bij de ander zijn.
  • word je door de ander soms als benauwend ervaren.
  1. Vermijdend gehecht
    Dit betreft vaak kinderen die veel ervaring hebben met afwijzing. Of die veel verschillende opvoeders hebben gehad. Wanneer ze bang of verdrietig zijn, zoeken ze geen hulp. Ze hebben geleerd dat ze niet op anderen kunnen rekenen. Ze houden afstand van anderen en onderdrukken hun verdriet, stress of angst. Dit kan zich (later) ook uiten in agressie.

In een volwassen relatie betekent dit vaak dat ze niet op de ander durven te vertrouwen, zich ook niet echt bloot kunnen geven. Als ze denken dat de ander misschien ontevreden is, zijn ze de eerste om zelf de stekker eruit te halen. Ze voelen zich ook vaak het meest veilig als ze alleen zijn, maar verlangen ondertussen ook naar een veilige, intieme relatie.

Herkenbaar voor jou?

Je vindt het moeilijk erop te vertrouwen dat de ander er voor jou zal zijn. Van daaruit trek je je terug uit de relatie met de ander. Bij vermijdend gehecht:

  • voel je weinig stress.
  • laat je vaak weinig emotie zien.
  • vind je het moeilijk om op de anderen te vertrouwen.
  • zoeken anderen meer contact met jou dan jij prettig vindt.
  • is het belangrijk op jezelf te vertrouwen en dingen zelf op te lossen.
  • heb je de neiging dingen op jezelf te doen.

Impact op jouw keuzes

Als je positieve ervaringen hebt gehad met gehechtheid, is het logisch dat je die wilt uitbreiden in je liefdesrelatie. Als je bent opgegroeid in een omgeving met moeizame gehechtheidservaringen, is het vaak zo dat je een gevoel van leegte ervaart en hunkert naar datgene wat je hebt gemist. Een liefdesrelatie is dan een tweede kans om dat veilige toevluchtsoord te ervaren. Meestal lukt dat ook, maar regelmatig zorgen oud gedrag en angsten wel voor ruis in de relatie.

Hoe kun je een goede relatie ontwikkelen?

Zelfinzicht en erover praten zijn beide essentieel. Het is belangrijk dat je weet dat jouw verleden invloed heeft op jouw huidige gedrag: zo kun je soms bewust tegensturen op dat gevoel( ‘nee, nu niet weglopen, ik moet de tijd nemen om na te denken of ik deze relatie echt wil verbreken of gewoon bang ben’) of steun van de ander vragen(‘Ik weet dat ik vanuit mijn vroegere ervaringen de neiging heb snel gealarmeerd te zijn door alles wat maar een beetje onveilig kan zijn en dat ik je daarmee kan benauwen, wil je niet te boos op me zijn en eerlijk zeggen hoe jij het ervaart zodat we er samen over kunnen praten?’).

Het gaat vaak verkeerd als je blijft sturen op veranderingen van de ander. Als je te weinig zicht hebt op je eigen te scherp afgestelde alarmsysteem en verwacht dat de ander door constant rekening met jou te houden, jou zal geruststellen, ga je voorbij aan diens behoeften. En vaak heeft die ander ook eigen blauwe plekken/gevoeligheden: misschien wel juist de angst om beknot te worden.

Dus kortom: leer jezelf beter te begrijpen, lees erover, ga met elkaar in gesprek. En ja, een aantal sessies met een relatietherapeut kan je vaak verder helpen. Het is nu eenmaal lastig het geheel te overzien als je allebei belanghebbende bent.

Foto door Leah Newhouse